Je hebt drones en je hebt drones. Met de ene vlieg je en de andere gebruik je om op weg te drijven. Die laatste is een muzikale drone: een langgerekte toon.
De Vlaamse groep Razen onderzoekt met half vergeten instrumenten zoals schalmei, monochord, sarangi, ondes-martenot en draailier hoe lang en waarheen je met muzikale drones kunt dobberen. Hun instinctieve improvisatie mondt uiteindelijk uit in een soort neo-middeleeuwse trance, een oneindige zee van geluid.
Razen debuteert in 2010 op het Gentse Kraak-label met een split-lp in het gezelschap van Sheldon Siegel en kiest van in den beginne voor muziek die doordrongen is van etnische invloeden en improvisatie: ze bouwen een kruising tussen oude volksmuziek, hedendaags klassiek en elektronica. Hun vorige plaat ‘Endrhymes’ trad grotendeels in de voetsporen van voorganger ‘Remote Hologram’ (uit 2014), maar de rauwe drones geven ook ruimte aan een meer uitgepuurde en melodieuze aanpak. Razen is wijds, weird en wonderbaarlijk.
In september vierde de band zijn tienjarig bestaan. Dat ging gepaard met de release van het nieuwe album ‘Ayîk Adhîsta Adhîsta Ayîk’ dat een paragraaf van Carl Jungs ‘Memories, Dreams, Reflections’ als referentiepunt neemt om een reis te beginnen die van licht naar donker gaat, van dag naar nacht, van leven tot de dood en terug. Op het album onderzoekt de groep een nieuw emotioneel territorium, terwijl tegelijkertijd Razen’s intuïtieve onderzoek naar de akoestische eigenschappen en resonerende mogelijkheden van kerken en kapellen op het platteland rond Brussel wordt getoond.
“A heady brew of deep listening music that is almost medieval in mood and wholly reverential in technique” (Edwin Pouncey / Wire Magazine)
Met Brecht Ameel (santoor, bouzouki, bombus), Kim Delcour (enkel-, dubbelrietinstrumenten en blokfluiten), Paul Garriau (draailier) en Pieter Lenaerts (contrabas en sarangi).